1987. Maastricht, studentenvereniging KOKO.
Mijn programma Natte Voeten begint met een hoop herrie. De Fliegende Holländer van Wagner bij windkracht 11. Zoiets. Mijn opkomst is niet zoals gewoonlijk op het podium maar vanachter uit de zaal. Vandaaruit klim ik in een natte regenjas over het publiek naar voren. Maar ja, bij Koko kon ik niet vanuit mijn kleedkamer achterin de zaal komen. Dus moest ik net voor het begin het raam uitklimmen en dan bij de voordeur aanbellen. Zo gezegd zo gedaan. Maar toen ik in mijn natte regenjas aanbelde werd er in eerste instantie niet opengedaan. Na drie keer bellen ging de deur even open. De portier keek me aan en zei "te laat, de show is al begonnen" en gooide de deur weer dicht. Toen ik 10 minuten later toch binnen werd gelaten bleek er ook nog een hond achterin de zaal te staan. Ik ben nog nooit zo snel over het publiek richting podium geklommen.
1988, Rotterdam Luxor
Mijn ochtendoptreden op de eerste cabaretmarathon mislukt omdat ik de hele nacht niet heb kunnen slapen vanwege de gillende fans van Michael Jackson die in het Hilton één etage hoger slaapt. Op de marathon stond ik net na Johny van Doren (the selfkicker! liep kwaad weg) en een blote naturiste op gitaar (die had wel veel succes).
1989. Leiden, Korenbeurs (of hoe heette de oude visafslag toen?)
Ik ben nog geen 10 minuten bezig op het podium of tussen het publiek door komt een man op me afgelopen. Dit lijkt verdacht veel op de manier waarop ik zojuist naar voren ben gelopen. En hij draagt ook een gerafelde natte regenjas. Plus twee plastic zakken. Hij klimt het podium op. Ik kijk om me heen. Wie is deze zwerver, en wie heeft die man binnen gelaten? Hij gaat aan de piano zitten en brabbelt wat. Ik besluit om hem maar even daar te laten. Misschien druipt hij zelf af. Toevallig gaat mijn programma over iemand die stevig de weg kwijt is, dus maak ik de man tot onderwerp van mijn verhaal. De man maakt ondertussen een plastic zak open en haalt er brood uit. Hij begint leverpastei te smeren en deelt het uit aan het publiek. Soms roept hij iets onverstaanbaars naar mij en ik roep dan iets onnozels terug. Zo halen we de pauze.
In de pauze is de zwerver door de organisatie eruit gegooid. Na afloop komt er een mevrouw naar me toe en zegt: "Leuke voorstelling mijnheer Van de Veerdonk, maar waarom kwam Uw collega niet terug na de pauze?
1989, Made, jongerencentrum
Bestuur van het jongerencentrum weigert mij de afgesproken gage van 250 gulden te betalen omdat ik slecht éénmaal 75 minuten heb opgetreden zonder pauze.
|